Fleur en Karel-Henk in Zuid-Amerika

Het zit erop...

Vanuit Buenos Aires wensen we iedereen een heel gelukkig nieuwjaar!

We schrijven dit laatste reisverslag bij een zomers temperatuurtje van zo'n 30 graden in de drukke Argentijnse hoofdstad en het contrast met onze terugkomst van Antarctica kan haast niet groter. We hebben de afgelopen vier weken een geweldige eindsprint van onze reis gemaakt. Die werd ingezet in Tierra del Fuego, en ging via Torres del Paine in zuid Chili naar Iguazu op de grens van Argentinïe en Brazilie, om vervolgens via Paraguay en Uruguay onze reis te eindigen in Buenos Aires.

Tierra del Fuego

Na terugkomst in Ushuaia brengen we een bezoek aan nationaal park Tierra del Fuego waar we een mooie dagwandeling maken. Het eiland, Vuurland, dankt zijn naam aan de vuren die de oorspronkelijke bewoners, de Yamana, overal brandden om zichzelf warm te houden. Dit volk droeg ondanks de temperaturen tot ver onder het vriespunt nauwelijks kleding, dus die vuren waren geen overbodige luxe! Vanwege het vele water in dit gebied was het makkelijker om vanuit kano's te leven en zelfs in de kano's hadden ze vuur. Darwin schreef over de Yamana dat dit wel het laagste mensenras op aarde moest zijn en dat de Yamana dichter bij dieren stonden dan bij mensen. In een poging het volk beschaving bij te brengen hebben Darwin en co zelfs een paar jonge mannen meegenomen naar Engeland. Deze goede bedoelingen hadden echter niet hetbeoogdeeffect en uiteindelijkleidde dit zelfs tot het uitsterven van het volk, omdat het dragen van kleding in het vochtige klimaat allerlei westerse ziektes tot gevolg had.

Torres del Paine

Nog een keer steken we de grens over met Chili voor de laatste trekking van onze reis. In nationaal park Torres del Paine lopen we de 'W', een 5-daagse trekking de genoemd is naar de vorm die de route op de kaart heeft. Torres del Paine is erg toeristisch. Samen met drie andere bussen vol met toeristen staan we ons 's ochtends in te schrijven in het park. We vrezen het ergste (lopen in een file..), maar gelukkig valt het allemaal ontzettend mee als iedereen zijn eigen kant op is gegaan. Ja, we komen onder weg meer mensen tegen dan ons lief is en staan 's avonds op behoorlijk drukke kampeerplaatsen, maar we hebben gelukkig ook genoeg momenten waarop we ons alleen voelen in de mooie natuur van Torres del Paine. Of het zoals velen zeggen het mooiste park van Zuid-Amerika is, durven we niet te zeggen. We hebben de afgelopen maanden zoveel mooie parken gezien! Wat wel een feit is, is dat Torres del Paine veel moois te bieden heeft in een relatief klein gebied. Gedurende de vijf dagen van onze tocht zien we gletscher en gletschermeren met ijsschotsen, puntige rotsformaties (de Torres waar het park zo beroemd om is), besneeuwde bergtoppen en groene valleien. We trotseren de harde Patagonische windstoten en zitten 's avonds met handschoenen aan voor de tent te bikkelen om ons potje pasta of rijst te koken. Toch moet gezegd worden dat we voor Patagonische begrippen echt enorm geboft hebben met het weer en we de Torres prachtig in het zonnetje tegen een blauwe achtergrond gezien hebben.

Iguazu

Iguazu, een beetje uit de route en eigenlijk niet op onze planning. Maar ja, als ons de afgelopen maanden één ding duidelijk werd gemaakt, is het dat je een reis door Zuid-Amerika niet kunt eindigen zonder een bezoekje aan deze beroemde watervallen te brengen. We hadden nog wat tijd over en dus hebben we een vliegticket geboekt om in een paar uurtjes van het uiterste zuiden van Argentinïe naar het uiterste noorden te reizen. Een dag waar vooral Fleur de laatste weken erg naar uitkeek! Het thermo-ondergoed werd diep weggestopt in de rugzak en aan het eind van de middag zaten we al heerlijk te zweten op een terrasje! De watervallen behoeven verder geen uitleg. We hebben eerst de Braziliaanse kant bezocht (zijn we daar ook nog geweest en weer een set stempels erbij in het paspoort) en daarna de Argentijnse. Brazilïe heeft de uitzichten, Argentinïe de close-views. Beide dagen waren fantastisch!! Hopelijk laten de foto's dit immense natuurverschijnsel een beetje uitkomen.

Daytrip Paraguay

Na Iguazu reizen we door naar Posadas, om vanaf daar de Jezuïetenmissieposten in Paraguay te bezoeken. In de 17de en 18de eeuw werd door priesters van de Jezuïetenorde uit Spanje en Portugal een dertigtal missieposten in het huidige Paraguay, Argentinië en Brazilie opgezet. Doel van de posten was de lokale bevolking een beter leven te bieden door ze onderdak en scholing te geven en te beschermen tegen slavenhandelaars. Midden in de jungle bouwden de priesters steden met kerken, kloosters, scholen en huizen. De gebouwen werden gekenmerkt door een unieke combinatie van Europese barok en symbologie van de plaatselijke bevolking. Inmiddels zijn de gebouwen vervallen tot ruïnes. Maar de combinatie van beeldhouwkunst op de rode stenen, het groene gras en de strakblauwe lucht maken het tot een waar fotoparadijs!

Kerst in Uruguay

Van Paraguay naar Uruguay. We blijven twee dagen in de hoofdstad Montevideo en reizen daarna door naar het hippe Punta del Este om de kerstdagen door te brengen op het strand. Het strand hebben we echter niet veel gezien de eerste dagen, want Fleur lag met hoge koorts en een keelontsteking te rillen onder twee dekens. Gelukkig was het na een antibioticumkuur en koortsverlagende medicijnen snel over en hebben we toch nog een beetje kunnen bruinen op het strand.

Buenos Aires

De allerlaatste dagen van 2010 en van onze reis brengen we door in Buenos Aires. We brengen een bezoek aan de volkswijk La Boca met z'n gekleurde huizen en natuurlijk het beroemde stadion van de Boca Juniors, de club van Diego Armanda Maradona. Maradona zie je echt overal: als standbeeld bij de ingang, op levensgrote foto's en in allerlei lijstjes. En natuurlijk heeft hij z'n eigen skybox op de meest prominente plek boven het veld (waar ie overigens sporadisch een wedstrijd volgt...). Daarnaast is het stadion een toonbeeld van intimidatie van de tegenstander. De ingang voor de bezoekende spelers is een klein poortje waar ze gebukt doorheen moeten, de kleedkamers zijn kale hokken, het water in de douches is lauw en het veld moeten ze betreden via een tunnel onder de tribunes van de harde kern van Boca. De thuisploeg heeft een groots entree en jacuzzi's in de kleedkamer. Ondanks dat staat de ploeg er momenteel niet zo heel best voor in de competitie.

Ook zien we Plaza de Mayo, waar elke week de Dwaze Moeders nog protesteren tegen het Junta regime, en de begraafplaats Recoleta, met het beroemde graf van Evita. Buenos Aires is natuurlijk ook de stad van de tango. Op oudjaarsavond bezoeken we een wervelende tango-diner-show. Wijn en champagne is inclusief, om twaalf uur is er prachtig vuurwerk boven de havens, na twaalven verandert het terras in een dansvloer en dansen we nog lang door op Zuid-Amerikaanse ritmes.

En nu zit het erop! Vijf en een halve maand geleden voelde het als een oneindige periode om zo lang op reis te gaan, maar wat is de tijd voorbijgevlogen! We hebben heel veel mooie landschappen gezien, bijzondere mensen ontmoet en culturen leren kennen. We vonden het leuk om onze reis met jullie via de site te delen. Of we jullie nu geïnspireerd hebben of dat je thuis achter de computer blij was dat jij niet in onze schoenen stond, we hopen dat jullie met ons genoten hebben!!! Over minder dan 30 uur staan we op Schiphol, tot snel!

Sprakeloos...

Met enige weemoed zijn we vanochtend teruggekeerd van onze reis naar Antarctica. Van het einde van de wereld naar de wereld zonder einde. Erg indrukwekkend om daar geweest te mogen zijn, een plek op aarde waar wij mensen niet thuis horen (en eigenlijk niet naar toe zouden moeten gaan?). Om Antarctica te beschrijven schieten woorden te kort. Geniet met ons mee via de foto's (en bijschriften)!

(op weg naar) Het einde van de wereld!

We zijn in Ushuaia! De meest zuidelijk gelegen stad ter wereld en onze laatste stop voor Antarctica. Fin del Mundo - het einde van de wereld. Morgen gaan we aan boord voor onze ‘expeditie' naar Antarctica, maar eerst een verslag van onze reis door het uitgestrekte Patagonie.

Op Chiloe leek het leven stil te staan, ná Chiloe lijkt het leven wel haast op te houden... Quellon, het dorpje in de zuidelijke punt van Chiloe, is het eindpunt van de Panamericana snelweg die in Alaska begint. Veel meer andere wegen zijn er ook niet in de zuidelijke helft van Chili, dus nemen we zoals al aangekondigd in het vorige berichtje de ferry van Quellon naar Puerto Chacabuco, een tochtje van zo'n 27 uur.

Rond 12 uur 's nachts staan we klaar om aan boord te gaan. Dit gaat volgens het principe 'vrouwen en kinderen eerst'. Karel-Henk doet geduldig een stapje achteruit en ziet Fleur, die meteen een zwemvest in haar handen geduwd heeft gekregen, samen met allemaal Chileense vrouwen, kinderen en... mannen (!) aan boord gaan, om vervolgens op het laatste moment toch ook maar aan boord van het bootje te springen. De ferrytocht was echt prachtig! Met stralend weer varen we langs de Chileense fjorden en zien onderweg pinguins, zeeleeuwen en dolfijnen. Verschillende keren wordt gestopt om in tal van ‘haventjes' mensen op te halen en af te zetten. Kleine gehuchten van soms maar drie huizen die waarschijnlijk niet anders te bereiken zijn dan met deze ferry, die één keer per week vertrekt. Je zal er maar wonen...

In Puerto Chacabuco nemen we de bus naar Coyhaique. Daar brengen we de dag door met een wandeling te maken naar een nationaal natuurreservaat. We hebben helaas geen tijd om het reservaat zelf te bezoeken, want aan het eind van de middag nemen we alweer de bus door naar Puerto Ibañez, vertrekpunt van de volgende ferry. Maar de wandeling naar het reservaat toe was ook best de moeite waard. De bus (de enige van die dag) komt alleen helaas aan in Puerto Ibañez als de ferry net vertrokken is en dus vermaken we onszelf noodgedwongen een dag in dit gehucht, waar echt niets te beleven is. Na wat rondvragen komen we er achter dat er op 8km van het dorp een waterval is. We besluiten er naar toe te lopen. Van de drie auto's die ons passeren stoppen er twee om ons mee te nemen. Toeristen die willen wandelen komen ze hier niet vaak tegen! De waterval was een aangename verrassing en 's avonds zitten weweer op de boot naar Chile Chico.

In Chile Chico (wederom een dorpje van niets) is een basketbaltoernooi aan de gang waardoor er, als we om 12 uur 's avonds aankomen, geen bed te vinden is. De rest van dit deel van Chili, niet bepaald de route die de meeste toeristen afleggen, is echt uitgestorven dus dit hadden we niet verwacht. Uiteindelijk slapen we in een stapelbed bij een lokale buschauffeur en zitten we te ontbijten tussen de foto's van zijn kinderen. De volgende dag rijdt de beste man ons de grens over naar Argentinië.

Inmiddels zijn we dit uitgestorven gedeelte van Chili behoorlijk beu. De natuur is prachtig, maar er is geen infrastructuur om er goed van te kunnen genieten. Geen lokaal openbaar vervoer, wandelpaden of andere toeristische voorzieningen, dus komen we niet verder dan onze geïmproviseerde wandelingetjes langs de kleine wegen. In Argentinië willen we dan ook snel mogelijk doorreizen naar El Chalten. El Chalten wordt ook wel de hiking capital van Argentinië genoemd, en daar hebben wij wel oren naar! We moeten wel nog even geduld hebben, want de eerst volgende bus gaat pas over 3 dagen... Dus trakteren we ons in het grensdorpje Los Antiguos op een goed en super mooi gelegen hotel (net buiten het dorp, aan het meer). Traditiegetrouw eten we de eerste avond in Argentinië vlees.We bestellen ‘parilla' (ofwel: barbecue) in zo'n beetje het enige restaurant in Los Antiguos (gerund door de Nederlander Nick) en krijgen een enorme berg vlees op een minibarbecue op tafel geserveerd. De halve koe ligt erop, inclusief lever, dunne darmen en andere dubieuze stukken taai vlees die we niet herkennen. (Argentijnen houden van taai en lang doorbakken vlees met een goede vetrand eraan). We nemen het stukje biefstuk en een worstje en besluiten de volgende keer weer gewoon een biefstuk te bestellen. De volgende twee dagen vermaken we ons in en om het hotel met in de zon zitten aan het meer, tafeltennissen, klimmen op de klimmuur, hardlopen (gevolgd door een duik in het ijskoude meer!) en lekker eten bij Nick (er stonden gelukkig ook vegetarische gerechten op de kaart).

Op de derde dag is het zover. We hebben onze batterijen weer opgeladen en... er is een bus! We rijden 13 uur over de legendarische route 40 door het dorre en droge landschap van de Argentijnse steppe en zien 13 uur lang niets... met af en toe alleen een guanaco of een nandu. El Chalten is een gezellig klein dorpje in het Nationaal Park Los Glaciares dat in 1985 uit de grond is gestampt om dit Argentijns grondgebied aan de grens met Chili veilig te stellen. Alles is er dus supernieuw en het is toch wel bizar om in zo'n jong dorpje rond te lopen. Het dorp is behoorlijk toeristisch, maar dat vinden we even niet zo erg, we zijn back on the tourist track! El Chalten wordt omringd door het beroemde Fitz Roy-massief. Hier wandelen we drie dagen. De eerste twee dagen is het erg bewolkt en zien we weinig van de puntige Fitz Roy berg. Dag 2 is zelfs zo slecht (regen en enorm harde wind) dat we twijfelen of we wel door moeten lopen naar de camping die we bedacht hadden (aan de voet van Fitz Roy). Gelukkig besluiten we door te gaan en doorstaan we die nacht enorm harde windstoten die ook in de tent heel goed voelbaar zijn. Slapen zit er dus niet echt in, maar als het licht wordt zien we blauwe lucht en ook Fitz Roy zelf komt langzaam uit de wolken. Wow!!!

Na El Chalten bezoeken we El Calafate. Hier komen we (en al die andere honderden toeristen) maar voor één attractie: de wereldberoemde Perito Moreno gletscher. Deze gletscher is de op één na grootste (buiten Antarctica) ter wereld (de grootste ligt er naast). Het bijzondere is dat de Perito Moreno stabiel is, aan de ene kant breken er grote stukken ijs af, maar aan de andere kant is er door de vele sneeuwval zoveel accumulatie van ijs dat dit allemaal gecompenseerd wordt. We boeken een toertje waarbij we ons eerst vergapen aan de voorkant van de gletscher (toevallig heel handig gelegen tegen een schiereiland waar ze mooie balkonnetjes hebben gebouwd voor alle toeristen die zo vanaf veilige afstand de gletscher kunnen bekijken). Het is echt een audiovisueel spectakel. Het gedonder van het afbreken van ijs is zeker zo indrukwekkend als de 60 meter hoge ijswand waar je tegen aankijkt. (die 60m is dan alleen het gedeelte boven water, zoals altijd bij ijs zit het grootste gedeelte onder water).

Na een uur beginnen we onze trektocht over de gletscher. Eerst een heel stuk over de morene (steenpuin wat met de gletscher mee komt) en dan beginnen we op het ijs. We binden de crampons over en maken ons op voor één van de meest surreëele wandelingen van onze reis. Onderweg zien we mooie ijsformaties in verschillende kleuren wit en blauw, meanderende beekjes en sinkholes (kolkgaten waar het smeltwater in verdwijnt).

Een mooi voorproefje voor nog veel meer ijs op Antarctica!

Soms sneeuwt het in de lente

Voor de tweede (en laatste) keer verlaten we Santiago. Na al onze stedentrips van de afgelopen weken kijken we er weer naar uit om de natuur in te gaan en pakken de nachtbus naar Pucon, in het merengebied van Chili. Dat we allebei als een blok geslapen hebben, blijkt wel als we de volgende ochtend niet in Pucon zijn, maar op slechts 3 uur rijden van Santiago. De bus heeft pech en na uren van stoppen, 100 meter rijden, sleutelen, 100 meter rijden, sleutelen en ga zo maar door moeten we overstappen in een andere bus. Een rit van 10 uur werd er uiteindelijk één van 19 uur.

In Pucon aangekomen volgt meteen de tweede teleurstelling. We waren hiernaartoe gekomen om de vulkaan op de foto te beklimmen en vervolgens al skieënd terug naar beneden te gaan. Maar het weer slaat om en zo is het niet verantwoord (en belangrijker nog: niet leuk) de vulkaan op te gaan. De volgende dag brengen we dus maar door met een boek en warme chocolademelk voor de haard van ons hostel (wat soms ook heel fijn is). Omdat het weer ook niet beter wordt, reizen we de dag erop meteen door naar San Martin de los Andes in Argentinië.

Ook daar, aan de andere kant van de Andes, is het slecht weer en omdat het dorpje nogal uitgestorven is (het is nog laagseizoen) heeft het helemaal iets triests. Bij gebrek aan openbaar vervoer huren we een autotje om in de omgeving een wandeling te kunnen maken. We lopen een berg op en de regen maakt plaats voor sneeuw. Het is wel een prachtig gezicht met die sneeuw in het bos! Na een paar uur komen we zo hoog dat we in de wolken terecht zijn gekomen en niets meer zien. We keren terug en warmen in San Martin op in de sauna!

Met onze huurauto rijden we de volgende dag een prachtige route van zeven meren naar Bariloche, de skispeeltuin van Wim-Lex en Max in Argentinië. Helaas voor ons is het skiseizoen net afgelopen. Het stadje doet heel Zwitsers aan met al z'n houten chaletjes en Sint Bernardhonden. Lokale specialiteiten zijn dan ook kaasfondue en zuurkool en niet te vergeten chocola! In Bariloche huren we een dag mountainbikes om langs nog meer mooie meren te fietsen, gaan nog een dagje raften (de ‘beginnersrivier' in Mendoza smaakte naar meer) en we hebben geparapent!! Dat laatste was echt een onvergetelijke ervaring! Zo onbeschrijflijk mooi om zwevend langs besneeuwde bergtoppen uit te kijken op al die meren!

Vanuit Bariloche steken we weer de grens over naar Chili. Goed voor de verzameling stempels in onze paspoorten maar we zijn steeds toch weer een dag in de war, met name omdat het ritme van de twee landen zoveel verschilt. In Argentinië is het de normaalste zaak van de wereld om om half 12 's avonds nog een restaurant binnen te stappen en zie je voor 10'en eigenlijk niemand. In Chili daarentegen zijn winkels etc. al om 7 uur dicht en zit je na 9 uur alleen in het restaurant.We bezoeken Chiloé, een groot eiland voor de kust van Chili. Op Chiloé lijkt het alsof de tijd heeft stilgestaan. De mensen leven van de visserij en alle gebouwen zijn van hout en golfplaat. Het eiland is vooral beroemd om zijn houten kerken (ruim 150, waarvan 16 UNESCO werelderfgoed). En om zijn regen. Het regent hier ruim 3200 mm per jaar (tegen ruim 800 mm in Nederland). Op onze eerste dag op het eiland kayakken we in de regen, op dag 2 en 3 bezoeken we dorpjes en kerkjes in de omgeving (in de regen), op dag 4 maken we een wandeling door het regenwoud (en is het droog!) en nu zijn we aangekomen in Quellon, waar we wachten op de ferry die vannacht om 02.30 zal vertrekken. Quellon is een echt vissersdorpje waar je over de zatlappen op straat heen moet stappen en verder niets te beleven is. Gelukkig is het weer helemaal opgeklaard en is het uitzicht vanaf de haven prachtig.

Hopelijk blijft het weer zo als we morgen door de fjorden van Chili varen.

Chillen in Chili en Argentinie

Bijna drie maanden lang hebben we in Ecuador, Peru en Bolivia door duidelijk niet-westerse landen gereist. Midden in de Atacama woestijn steken we de grens over van Boliva naar Chili en is het verschil meteen duidelijk. Zelfs hier in de woestijn ligt er aan Chileense kant een spiegelgladde plak asfalt zoals we al in geen maanden meer gezien hebben! We reizen door naar het dorpje San Pedro de Atacama, een toeristisch oasedorpje in de woestijn. Voor ons een perfecte plek om bij te komen na onze tour door de Salar de Uyuni. De temperatuur is een aangename 25 graden (in de salar was het rond het vriespunt), de douches zijn warm en er zijn volop restaurantjes en winkeltjes met producten waarvan we bijna vergeten waren dat ze bestonden (versgebakken knapperig brood, dikke yoghurt, twinings thee, balsamico, geitenkaas, we kunnen nog wel even doorgaan...). Enig nadeel: de prijzen zijn net zo westers!

Hoewel lekker eten en drinken een belangrijk deel van onze dag inneemt, hebben we toch ook nog een paar uitstapjes gemaakt. We bezoeken de Valle de la Luna, een surreëel maanachtig landschap in de woestijn met bijzondere rotsformaties, hoge zandduinen en prachtige uitzichten. De dag erop huren we een snowboard om op deze zandduinen te sandboarden! Het is even anders dan we gewend zijn in de sneeuw (en we missen de lift), maar na een paar oefenrondjes inclusief spectaculaire koprollen krijgen we zelfs complimentjes van de gids/boardverhuurder.

Van San Pedro reizen we door naar Santiago de Chile. Een busrit van 23 uur, maar gelukkig zijn de bussen hier in Zuid-Amerika echt supercomfortabel. Vijf films later zijn we al in Santiago. Het is een mooie enmoderneruime stad (we zijn nog steedseen beetje in cultuurshock na de eerste drie bezochte landen). We hoeven ons niet langer vol in het verkeer te storten om de overkant van een straat te bereiken maar auto's stoppen zowaar bij een zebrapad.Ook missen we het constante getoeter van taxi's enkosthetons nu zelfs enige moeite om er één aan te houden. We weten niet wat ons overkomt! Na een paar dagen Santiago waarin we door de stad slenteren, eten, drinken en nog bezoekje brengen aan de dierentuin gaan we naar Valparaiso, aan de kust.

Valparaiso is beroemd om zijn gekleurde huizen die gebouwd zijn tegen 42 heuvels.

We steken de grens over voor een uistapje naar Argentinie, Mendoza. Streek van de wijn en het land waar biefstuk goedkoper is dan kip. Het bourgondische leventje gaat dus nog even door... We huren fietsen en bezoeken zo verschillende wijngaarden in de omgeving. Natuurlijk moet er overal geproefd worden (en aan uitspugen doen ze hier niet!). Na zeven glaasjes Malbec, één glas Sauvignon Blanc bij de lunch, ijs van Malbec en Syrah en een chocoladelikeurtje zijn we rozig genoeg om de fietsen weer in te leveren (en krijgen we hier wederom een glas wijn).

In de omgeving van Mendoza (lees: de Andes) doen we nog een beetje actief. We boeken toertje waarin we gaan abseilen en raften.De dag daarna relaxen we weer in een natuurlijke spa.

's Avonds bezoeken we een voetbalwedstrijd. Het team van Mendoza speelt tegen River Plate uit Buenos Aires. Deze voetbalwedstrijd is voor ons een hele beleving! Het publiek is werkelijk geen seconde stil en moedigt bij een tegengoal zo mogelijk nog harder en enthousiasteraan. Ook is er veel vuurwerk tijdens de wedstrijd.

Van Mendoza reizen we terug over de Andes naar Santiago in Chili voor het concert van Greenday! Een geweldige avond!! Concertbezoek in Chili is sowieso een aanrader omdat de mensen zo heerlijk klein zijn...

Bolivia

Inmiddels zijn we het land al weer uit, maar de afgelopen drie weken hebben we doorgebracht in het derde land van onze reis: Bolivia. We bezochten het Titicacameer, de administratieve hoofdstad La Paz, de pampa´s en de jungle nabij Rurrenabaque en staken via de enorme zoutvlakte Salar de Uyuni in het zuiden van Bolivia de grens over met Chili.

Het Titicacameer

Het Titicacameer is het hoogst gelegen bevaarbare meer ter wereld en ligt op zo´n 3800 meter hoogte op de grens van Peru en Bolivia. We verblijven eerst een dag aan Peruaanse kant, in Puno. Ons ééndaags verblijf valt toevallig samen met de opening van het academisch jaar van de plaatselijke universiteit. Puno noemt zich de folkloristische hoofdstad van Peru en dus wordt ook het nieuwe studiejaar gevierd met een enorme folkloristische optocht door de stad. Voor ons een leuke muziekale afsluiting van Peru!

We reizen door naar Copacabana, aan Boliviaanse zijde. Helaas heeft dit dorpje weinig weg van zijn illustere Braziliaanse naamgenoot. Toch hebben we ons hier een dag prima vermaakt, genietend van de zon en goedkope cocktails. En kunnen we nu tenminste zeggen dat we op Copacabana beach zijn geweest. Verder is Copacabana een toeristisch dorpje van vergane glorie, het best geïllustreerd door ons vervallen hotel. Maar wel met prachtig uitzicht op het meer!

De volgende dag hebben we een boottocht gemaakt naar Isla del Sol, een voor de Inca´s heilig eiland op het Titicacameer omdat volgens de legende hier de zon geboren is. Op de boot komen we in contact met twee andere Nederlandse stellen en via één van hen zelfs op het eiland met bekenden uit het Erasmus. De wereld is soms klein! Met z´n achten wandelen we over het eiland. ´s Avonds doet het eiland zijn naam eer aan en genieten we van een mooie zonsondergang.

La Paz

La Paz is niet zoals veel mensen denken de hoofdstad, maar zeg maar het Den Haag van Bolivia. De stad heeft een bizarre ligging, in een kom tussen de bergketens van de Boliviaanse altiplano (hoogvlakte). Hierdoor kan de stad alleen maar bergop uitbreiden, en voor La Paz geldt dan ook hoe lager je woont, hoe rijker/ beter de wijk. Wij gebruiken La Paz met name als uitvalsbasis om een tour naar de pampa´s (soort savanne) en jungle in Boliva te boeken.

Pioniers in de pampa

Vanaf La Paz vliegen we naar Rurrenabaque en maken we meteen kennis met vliegen in Bolivia. We waren door verschillende toeristen gewaarschuwd voor enorme vertragingen, maar bij ons leek alles soepel te verlopen. De vlucht was keurig op tijd, 20 minuten voor geplande vertrektijd zaten wij al in de gordels in het kleine 19-passagiers vliegtuigje. Maar... het vliegtuig blijkt overboekt en helaas voor ons behoren de overige passagiers tot een grote groep. Drie keer raden dus wie het vliegtuig moeten verlaten. Op dat moment begint ons gesteggel met de vliegtuigmaatschappij. Er is nog maar één latere vlucht die dag en ook die zit vol. We moeten maar op het vliegveld afwachten of er misschien mensen niet op komen dagen of dat er misschien morgen nog een plekje over is? Dit wel zonder bagage, want die was inmiddels met het andere vliegtuig in Rurrenabaque aangekomen. Overboeking kan gebeuren, zeker in een land als Bolivia, maar dat je daarna geen enkele rechten meer hebt en overal onderaan de lijst terecht komt is toch te erg voor woorden. Na veel getelefoneer met het bureautje van de pampatour dat onze vlucht had geboekt en zelfs met de manager van de luchtvaartmaatschappij krijgen we 10 minuten voor tijd toch een boardingpass voor de laatste vlucht van die dag. Ook nu waren er meer boardingpassen uitgedeeld dan stoelen in het vliegtuig (hoe moeilijk is het om tot 19 te tellen?) en moesten er mensen het vliegtuig verlaten...

Uiteindelijk komen we die dag dus toch nog in Rurrenabaque aan, vinden daar zelfs nog onze bagage en beginnen we de volgende dag aan onze tour door de pampa.

Na 5 uur stofhappen in een 4WD en onderweg nog met machettes een nieuwe weg door de jungle moeten hakken omdat een ongelooflijk dikke boom over de weg was omgevallen, komen we aan bij een gloednieuwe lodge in de pampa´s. Wij zijn de tweede toeristen die hier verblijven en speciaal voor ons zijn een chauffeur, een gids en een kok aan het werk. De gids is er ook voor het eerst en weet de weg nog niet. Daarom gaat ook degene die de lodge heeft opgezet mee met al onze wandelingen en kanotochten. Meteen de eerste dag zien we al verschillende luiaarden (wat een bizarre slome beesten zijn dat toch!), een groot stekelvarken, een tayra (een soort hele grote zwarte wezel of hermelijn), veel apen en vogels, waaronder toucans. De dagen daarop nog gordeldieren, capibara´s (het grootste knaagdier ter wereld, een soort hele grote hamster), kaaimannen en roze rivierdolfijnen.

Brangelina in de jungle

De gids van de pampatour gaat ook met ons mee naar de jungle. We hebben een kamer geboekt in een kleinschalige ecolodge die volledig wordt gerund door een kleine lokale community die al 300 jaar in het Madidi National Park woont. Deze lodge, Chalalan, is echt een succesvoorbeeld voor ecotourisme wereldwijd en heeft al verschillende prijzen gewonnen en de National Geographic gehaald. In de pampa´s had onze gids al trots verteld dat zelfs Angelina Jolie en Brad Pitt (en ook Madonna, Harrison Ford en Leonardo diCaprio) hier geslapen hebben. Wij waren natuurlijk zwaar onder de indruk en vroegen meteen of wij dan in het bed van Brad en Angelina zouden slapen.¨Als je de suite hebt geboekt, dan wel¨ was het antwoord. Helaas, deze ecolodge was al een behoorlijke slag in ons budget dus wij hadden de goedkoopste kamer geboekt.

De lodge is 7,5 uur varen vanaf Rurre. Een prachtige tocht, dat wel, maar we zijn blij als we er zijn. Bij aankomst worden we geleid naar de meest afgelegen cabana van het complex. Vrijstaand, supergroot bed en met prive badkamer. Het duurt even voor het kwartje valt. Waarom zitten wij niet in een goedkope ¨rijtjescabana¨? Bij de avondwandeling gaan we toch even vragen bij onze gids. Wat blijkt: omdat we zo graag in hetzelfde bed als Brad en Angelina wilden slapen, had hij een upgrade voor ons geregeld!! Je begrijpt, de daaropvolgende dagen voelden we ons een filmster bij elk wc-bezoek. (De wc-bril was trouwens wel kapot, wij denken dat Brad erdoorheen is gezakt...)

Vier dagen lang genieten we van de luxe van deze ecolodge. Twee keer per dag zwemmen we in het meer dat bij de lodge ligt en verder maken we wandelingen in de hoop om een jaguar tegen te komen. Helaas... Wel hebben we veel geleerd over de verschillende (medicinale) planten en hoe deze gebruikt worden door de community. Ook veel mooie kleurrijke vogels gezien (papegaaien, parkieten, toucans, ijsvogels, en meer). En heel veel apen.

Na nog een dagje bijkomen in Rurre hebben we een vlucht terug naar La Paz. Als we willen inchecken, zien we dezelfde dame zitten die een week eerder niet tot 19 kon tellen. En ja hoor, wederom zijn er meer passagiers dan stoelen en kunnen we niet mee op de geboekte vlucht. Gelukkig is er snel weer een vlucht waar wel plaats is en komen we slechts een paar uur later in La Paz aan.

Uyuni

Een dag later pakken we de nachtbus naar Uyuni, een stadje in het zuiden van Bolivia dat vooral bekend is door 's werelds grootste zoutvlakte. Met een tour gaan we naar deze Salar de Uyuni die zo'n 12.000 vierkante kilometer (bijna een derde van Nederland!!) beslaat. De eerste dag van de tour crossen we in no time met de jeep over de enorme zoutvlakte (onze chauffeur had helaas slechts één doel: zo snel mogelijk in het volgende hostel aankomen), lunchen we op een eiland midden op de vlakte waar enorme cactussen groeien, en slapen we in een hostel van zout. De volgende twee dagen rijden we verder naar het zuiden door het woestijnlandschap, zien we kleurrijke meren met flamingo's, bizarre rotsformaties en geijsers. Eigenlijk niet met woorden te beschrijven maar de foto's zeggen genoeg!

Ciao Peru

We bezoeken het rijk van de Inca's in Cuzco en Machu Picchu, bewonderen koloniale gebouwen in Arequipa en zien condors voorbijvliegen in de Cañon del Colca. Ook beklimmen we een 6000 meter hoge berg, letterlijk en figuurlijk een hoogtepunt van onze reis.

Cuzco

Cuzco, eens het middelpunt van het rijk der Inca's. Nu vooral het middelpunt van het toerisme in Peru. Hoewel er in en rond de stad veel overblijfselen van de Inca's te bezichtigen zijn, komt iedereen hier toch maar voor één ding: Machu Picchu, de verloren stad van de Inca's. Wij besteden onze eerste dag in Cuzco dan ook met het aflopen van alle aanbieders van trekkings naar deze beroemde stad. Aan het eind van de dag blijkt echter dat we, na ons avontuur in Huayhuash, geen van beiden enthousiast te krijgen zijn voor deze trekkings en hebben we in plaats daarvan een ticket geboekt voor een tour naar de heilige vallei. De dag daarop stappen we in een mini-busje vol toeristen en zijn we overgeleverd aan het strenge tijdschema van de gids. We bezoeken verschillende Inca-ruïnes in de vallei en maken kennis met de indrukwekkende stenen bouwwerken. Het is ongelovelijk en nog steeds niet helemaal verklaard hoe ze zonder het wiel stenen van enkele tonnen tientallen kilometers versleept hebben en deze vervolgens naadloos zonder cement op en in elkaar gestapeld hebben. Ook bijzonder is dat de plaatsen in de heilige vallei die we bezoeken nog steeds bewoond zijn en dat de oude Incamuren standhouden in de huidige bebouwing.

Machu Picchu

Twee dagen later nemen we de trein naar Machu Picchu. We slapen een nachtje in het nabijgelegen Aguas Calientes, waar de wekker al om 03.30 uur afgaat. We willen namelijk vóór de eerste bus in Machu Picchu zijn om zo als één van de eersten naar binnen te kunnen én een stempel op ons toegangsbewijs te halen voor de berg Wayna Picchu, vanwaar je een mooi uitzicht hebt op Machu Picchu. Dus staan we samen met een paar honderd andere toeristen 's ochtends om 5 uur te wachten bij een brug totdat de poort naar de trappen naar Machu Picchu open gaat. Na 40 minuten traplopen zijn we boven, halen ons stempel en lopen we even later als één van de eersten Machu Picchu binnen. De zon is dan nog achter de bergen en het is toch wel een magisch moment als deze even later over de berg komt en het nog relatief lege Machu Picchu beschijnt. We verblijven de hele dag in de verloren stad, beklimmen de Wayna Picchu, zonnen even op een van de vele Inca-terrassen en doen ons tegoed aan een belachelijk duur lunchbuffet.

Arequipa

Vanaf Cuzco reizen we door naar Arequipa, de tweede stad van Peru. Arequipa is de verblijfplaats van Juanita, een ijsmummie die in 1995 op een besneeuwde vulkaan is gevonden. De Inca's geloofden dat de bergen en vulkanen goden waren en na een vulkaanuitbarsting was het dan ook gebruikelijk om een mooi en jong meisje te offeren om de god tevreden te stellen. De Inca's (en andere pre-columbiaanse culturen in Zuid-Amerika) waren wat dat betreft een wreed volk, zo zijn er op offerplaatsen ook babylijkjes met braaksel op de borst gevonden, een teken dat ze levend geofferd zijn. Juanita was nog maar zo'n 12 jaar oud en heeft meer dan 500 jaar in de gletscher op de vulkaan gelegen. Het ijs heeft ervoor gezorgd dat ze al die tijd goed bewaard is gebleven en om ervoor te zorgen dat ze ook de komende 500 jaar gaaf blijft, ligt ze nu opgebaard in een grote vriezer in een museum in Arequipa.

Ook bezoeken we een klooster uit de Spaanse koloniale tijd. Dit klooster is zo groot dat het eigenlijk een dorp binnen de stad is. Eerst was het een waar pretklooster, waar nonnen uit rijke Spaanse families de beschikking hadden over voldoende slaven (‘bedienden') die hen verzorgden. Nadat hier door een strenge non een eind aan gemaakt was, is het leven in het klooster gedurende enkele eeuwen volledig geïsoleerd geweest van de buitenwereld. Nu wonen in een klein gedeelte nog slechts 30 nonnen en is het overgrote deel voor toeristen opengesteld. De kleurrijke muren, planten en schilderingen vormen een zeer fotogeniek geheel!

Chachani

Na een aantal relaxte dagen in Cuzco en Arequipa hadden we ons een nieuwe uitdaging gesteld: het beklimmen van een 6000 meter hoge berg. Ons oog was gevallen op de Chachani, volgens de Lonely Planet een van de makkelijkst beklimbare 6000 meter toppen ter wereld. En dat komt goed uit, want wij hadden nog nooit een berg beklommen. De dag voor de beklimming komt onze gids ons opzoeken in ons hostel om onze kleding en schoenen te keuren en aan te vullen met materiaal van de organisatie. Ook bespreken we de beklimming en meteen komt hij met de eerste teleurstelling. Omdat er nu niet heel veel sneeuw op de berg ligt, we beiden geen ervaring hebben met pikhauwelen en crampons (ijzers voor onder je schoenen) en hij onze schoenen stevig zat vindt, nemen we geen pikhauwelen en crampons mee. Jammer, onze bergbeklimming lijkt een ‘gewone' wandeling te worden en het stoere is er een beetje af.

Om 11 uur 's avonds worden we na twee uurtjes slaap opgehaald. We rijden 2,5 uur in een 4WD over een zeer oncomfortabel zandpad naar het basecamp op 5000 meter. We dragen ieder twee broeken, twee shirts, twee vesten, een jas, muts en twee paar handschoenen. We drinken nog een kopje cocathee en beginnen dan om 2 uur 's nachts aan onze beklimming. We starten in een overdreven rustig tempo. Het is 8 uur naar de top, dus we moeten wel rustig beginnen. De eerste uren is het alleen maar omhoog en het valt ons zwaar in de vrieskou en op deze hoogte. Het water in de slangetjes van onze camelbags is zelfs bevroren. Dan komt er een lastige traverse waarbij we een stuk moeten afdalen en een paar ijsvelden moeten passeren. Voor de zekerheid zitten we met een touw aan de gids vast. (Ook zonder crampons toch best stoer). De gids heeft wel een pikhauweel bij zich waarmee hij voor ons een pad door de ijsvlakte probeert te maken. Mede door het stuk afdalen zitten we na 5 uur lopen nog ‘maar' op ruim 5500 meter en moeten we dus nog meer dan 500 meter klimmen naar de top op 6075 meter. Het is afzien. Langzaamaan wordt het licht. Hoewel we de zon al kunnen zien, lopen we nog een heel stuk in de schaduw van de berg omhoog. Fleur is duizelig door de hoogte en heeft het zwaar. De gids spreekt haar streng toe: 'zo halen we de top niet!' Het lopen moet constanter. Niet meer stoppen waar hij niet stopt, niet meer hijgen, maar elke stap gecontroleerd zetten en bij elke stap heel diep ademhalen. Makkelijker gezegd dan gedaan, maar de knop gaat om en braaf zet ze steeds haar voet in het voetspoor van de gids en loopt ze door in zijn tempo. Als we de zongrens bereikt hebben, nemen we een laatste pauze en maken we ons op voor het laatste zig-zagpad naar de top. Fleur gaat goed met haar denkbeeldige lijntje aan de gids, maar nu zakt bij Karel-Henk het lood in de schoenen... Na driekwartier ploeteren, bereikt ook hij de top waar Fleur en gids Johan hem opwachten en feliciteren. We staan op (volgens de kaart) 6075 meter! De hoogtemeter van de GPS geeft zelfs 6090 meter aan.

Na even uithijgen snel een paar foto's maken en vooral niet te lang op deze hoogte blijven. We kunnen beter een stuk afdalen om even te rusten. Maar... Karel-Henk had nog een intermezzo in gedachten. Met enige emotie (deels van de uitputting) zakt hij op z'n knie en vraagt Fleur ten huwelijk. We gaan trouwen!! Dat geeft nieuwe energie voor de afdaling. Met grote passen rennen we de puinhelling af en zijn we in nog geen 5 minuten onder aan de helling wat ons net omhoog bijna een uur had gekost. Het afdalen is fijn, maar al snel moeten we weer in de touwen voor het lastige stuk dat we dit keer omhoog moeten passeren. Daarna is het alleen nog naar beneden. De benen zijn helemaal op als we na 11,5 uur lopen terug zijn bij de auto. Slapen zit er echter nog niet in: eerst nog de hobbelige weg terug naar Arequipa.

Cañon del Colca

Na zo'n twaalf uur onafgebroken slaap zijn we weer een beetje bijgekomen en relaxen we nog een dagje in Arequipa voor we doorreizen naar de plaatselijk 3000 meter diepe Cañon del Colca, de op één na diepste van de wereld (ter vergelijking de Grand Canyon is op zijn diepst ‘slechts' 1000 meter). We maken een korte wandeling, maar zijn hier vooral naar toegekomen om condors te kijken. In de Cañon heb je prachtige uitzichtspunten waar de vogels op ooghoogte tot op enkele meters afstand voorbij zweven.

Via het Titicacameer reizen we nu door naar Bolivia, dus het volgende verhaal komt van daar.

Vale la pena in Huayhuash

Vale la pena in Huayhuash - het was het afzien waard!

Huaraz is een gezellig bergstadje midden in de Andes op zo'n 3200 meter hoogte. Hier boeken we een tiendaagse trektocht rond (en door) een van de mooiste bergketens van de wereld: de cordillera Huayhuash. Om te acclimatiseren aan de hoogte maken we eerst een dagtocht naar Laguna Churup, een meer op 4450 meter hoogte. Het was een lange dag van klimmen, klauteren met handen en voeten langs een watervalletje en hijgen. Bij terugkomst in Huaraz zijn we beiden bekaf. Weten we zeker dat we dit tien dagen willen doen, zonder bij te kunnen komen in een goed hotel met fijne douche?

Maar ja, geen weg terug. Dus de volgende dag beginnen we samen met twee Zwitsers, een Duitser, een Madrileen en een meisje uit Lima aan ons tiendaagse avontuur. De eerste dag worden we met een busje de bergen ingebracht en afgezet op een kampeerplaats langs de weg. Dat het afzien wordt deze dagen is meteen duidelijk: het is stervenskoud en de harde wind maakt het niet makkelijk om de grote kooktent op te zetten. 's Avonds eten we wat de pot schaft en horen we de stoere verhalen aan van onze medehikers over bergbeklimmingen en eerdere trektochten. We voelen ons erg onervaren! Na het eten meteen naar bed voor de eerste koude nacht in de tent. 's Nachts vriest het zo'n tien graden en 's ochtends staat er niet alleen ijs op, maar ook in de tent (van bevroren condens).

Na het ontbijt beginnen we onze trektocht. We worden begeleid door een gids, een kok, zes ezels die alle spullen dragen, twee paarden (voor het geval dat één van ons niet meer in staat is om op eigen benen terug te keren) en een ezeltjesmeneer en lopen gemiddeld 6 tot 7 uur per dag. Elke dag (met uitzondering van de laatste dag) moeten we een pas over, waarvan twee meer dan 5000 meter hoog zijn! De twee sportieve Zwitsers op hun sportschoentjes rennen naar boven en zijn standaard ver voor de rest op de pas. Maar... wij blijken goede middenmoters en volgen samen met de Duitse jongen op gepaste afstand. We lopen langs meren en mooie valleien. Op de toppen genieten we van prachtige uitzichten op besneeuwde bergtoppen en gletsjers. De zon schijnt, we zien condors voorbij vliegen en zijn de stervenskoude nachten snel weer vergeten.

Het is onvoorstelbaar om tien dagen te kunnen lopen zonder een weg of auto tegen te komen. Toch duiken er op de meest afgelegen plekken plotseling bewoonde huisjes op. Tot nog niet zo lang geleden was de Huayhuash-trek onveilig omdat de bergbewoners toeristen overvielen en beroofden. Nu zien ze in dat ze ook op een geweldloze manier kunnen verdienen aan de toeristen en moeten we vaak een paar soles betalen om in 'hun' vallei onze tent op te mogen zetten.

Op de vierde dag van onze tocht slaat het weer om en hebben we aan het eind van de middag (als de tent net op staat) een fikse hagel- en onweersbui. Dag vijf staat in het teken van hotsprings: heerlijk om ons weer eens uitgebreid in warm water te kunnen wassen! Deze ontspanning was echter van korte duur want de volgende dagen wachtten ons de zwaarste beproevingen. Eerst volgt de hoogste pas van onze tocht (5070 meter) na een lange en loodzware klim over een eindeloze puinhelling. Bij elke stap die we zetten zakken we weer de helft terug. Onze beloning: het mooiste uitzicht van de hele tocht! Vervolgens nog ruim 1500 meter afdalen om de dag erop weer 1300 meter terug om hoog te mogen klimmen.

Op de laatste dag (wederom een vermoeiende afdaling) lopen we trots en moe het dorpje van onze eindbestemming binnen. Het was een geweldige anderhalve week die veel van ons heeft gevergd (mentaal meer dan fysiek - je moeten wassen bijvoorbeeldin ijskoud smeltwater, elke dag was het weer de vraag: wel of niet?). Ook voor de bergschoenen van Karel-Henk had de tocht geen dag langer moeten duren. Elke dag verloor hij stukjes van zijn zool en op het einde was de zool gehalveerd.

Gelukkig hebben we dit avontuur beleeft met een erg gezellig groep mensen. Na terugkomst in Huaraz gaan we 's avonds met zijn allen uit eten (hoera! een menukaart met keuzemogelijkheden - we zouden alles wel willen bestellen) en drinken we tot diep in de nacht Pisco Sours (de nationale drank van Peru). Na tien dagen van totale afzondering van de beschaving weten we de geneugten van de moderne wereld extra te waarderen: we genieten van een warme douche, een bed, verse groenten en fruit en meest van al: een WC.

Inmiddels zijn we via Lima doorgereist naar Cuzco, waar we de afgelopen dagen hebben doorgebracht (maar daarover later meer). Hier hebben we ook een schoenmaker gevonden die de schoenen van Karel-Henk heeft voorzien van twee nieuwe zolen (we hadden hier heel wat bekijks met die enorme bergschoenen in maat 45). De schoenen zijn klaar voor een nieuwe trek! Wij echter nog niet: we vertrekken vandaag lekker lui met de toeristentrein naar Machu Picchu.